Een vakantie. Een idee. Een blog
Devon, half juni. Ergens op een Engels landweggetje bedenk ik het: ik ga een historisch kookblog schrijven. Ten tijde van deze revelatie zijn mijn lief en ik inmiddels al een week in de West Country. We slapen op boerderijen en crossen overdag mile na mile over door bloeiende hagen geflankeerde weggetjes.
Het leven in dit subtropische stukje van Engeland is goed. Het landschap van zacht glooiende groene heuvels lacht ons lieflijk toe en de dorpjes die we in het binnenland aantreffen, hebben een hoog sprookjesboekgehalte. Aan de kust pluk je de mosselen zo van de rotsen en komen de golven – belangrijk voor mijn lief – in surfbare setjes binnenrollen.
Ik wil blijven. Geiten houden, prijswinnende pompoenen kweken, de ganse dag groenten wecken en jam maken; tijdens mijn vele dagdroompjes heb ik hardnekkige visioenen van mezelf in kaplaarzen en bloemetjesjurk. Helaas heeft mijn lief een ander toekomstbeeld, waarin ons compacte Amsterdamse appartement, ons grachtenbootje en zijn baan bij de bank wél prominent figureren. So much for emigratie.
Voor mij wacht thuis de Grote Werkloosheid. Na maanden van sollicitatiegeweld trek ik de conclusie dat een doctorstitel in de historische wetenschap in recessietijden geen aanbeveling is voor potentiële werkgevers. Bij gebrek aan een stimulerende baan met mooi carrièreperspectief en leuke collega’s ziet het er dus naar uit dat ik mijzelf voorlopig moet bezighouden.
Hoe? Wel, met een combinatie van mijn twee grootste hobby’s natuurlijk: met koken en met schrijven. En vooruit, de geschiedenis mag ook in de mix. De komende weken (maanden? jaren?) duik ik in de historische kookboekenliteratuur om daaruit het beste dat de vaderlandse keuken heeft voortgebracht op te diepen.
Enige zelfopoffering is daarbij vermoedelijk vereist. Zonder voorstudie stel ik me zo voor dat ik mijzelf – om de pareltjes te vinden – een weg zal moeten banen door grijsgekookte groenten, schraperige kliekjesverwerking en eindeloze bereidingswijzen van slachtafval. Maar voorlopig houd ik moed. Lokaal en biologisch zijn de trend en wat dat betreft zit ik goed met de historische Hollandsche keuken. TBC!